Als mens hebben we allemaal de behoefte om écht gezien te worden. Maar wat is dat precies? Want hoe jij jezelf ziet, is nooit 100% hoe de ander jou ziet. Alles wat we denken, voelen en waarnemen wordt gekleurd door je eigen opvoeding, onbewuste patronen, overtuigingen én ook nog eens door jouw gemoedstoestand op dat moment. Stel je bent niet zo blij, had een rotdag en alles zat tegen. Op dat moment heb je andere gedachten, gevoelens en behoeften dan als je diezelfde dag in je allerbeste humeur bent opgestaan, fijn hebt gewerkt en ook nog een flinke meevaller had. De “bril” die je op hebt bepaalt hoe jij jezelf, de wereld, de mensen om je heen én dus ook je kind ziet.
Met kinderen is dat hetzelfde. Als ze in een goed humeur zijn, hebben ze andere gedachten, gevoelens en behoeften dan als ze moe, verdrietig of boos zijn. Maar de onderliggende behoefte blijft gelijk: gezien worden.
Op het moment dat jij zelf verdrietig of boos bent en je deelt je verhaal bij je partner of een vriend/vriendin, wil je geen oplossing of mening. Je wilt erkenning in je gevoel en gezien worden, met wat je ook voelt op dat moment. Als je dat volgens je verwachtingen of onbewuste overtuigingen niet krijgt, kan dat nog meer verdriet, irritatie of boosheid uitlokken. “Niemand begrijpt me, laat maar, zie je wel, mijn verdriet mag er niet zijn, etc. etc.”
Dat is eigenlijk precies wat er met onze kinderen gebeurt op het moment dat ze boos, verdrietig of gefrustreerd zijn. Kinderen die “zeuren”, “pieperig zijn” of “vervelend” gedrag vertonen, doen dat niet omdat ze hun zin niet krijgen of omdat ze ons willen manipuleren of bespelen. Ze willen eigenlijk maar één ding: erkenning voor hun gevoel.
Een voorbeeld: Je kind “zeurt” om een snoepje. Het lijkt duidelijk dat de behoefte een snoepje is en dat hij/zij “zeurt” omdat het niet mag. Maar waar het zeuren op een laagje dieper werkelijk om gaat is de erkenning van een wens/gevoel/behoefte.
Als je 2, 3 of 4 bent, je wilt iets heel graag en je krijgt als antwoord nee te horen, of zelfs een boze reactie, kan dat een heftige reactie/driftbui uitlokken. Op deze leeftijd weet je zelf gewoon nog niet zo goed de grens tussen wat wel en niet kan. Alles lijkt mooi, leuk of lekker en je wil eigenlijk alles wel tegelijk.
Daarbij is het ook goed om te weten dat het “zeuren” en “piepen” op onbewust niveau vaak iets triggert bij jezelf. Misschien werd jij vroeger streng opgevoed en werd zodra je je verlangen of behoefte uitsprak, dit gelijk van tafel geveegd. Onder het mom van: “niet zo zeuren, ik bepaal wel wat goed is voor jou”, of “ik ben je vader/moeder en je moet naar mij luisteren”. Zonder dat je daar bewust van bent, kan hetzelfde reactiepatroon bij jou in werking gezet worden op het moment dat jouw kind om een snoepje gaat zeuren. Omdat jij zelf nooit wat anders geleerd hebt, zal je zonder bewustzijn hierop, ook reageren zoals jij opgevoed bent. Met over het algemeen een hoop strijd en driftbuien als gevolg.
Het kan ook anders!
Op het moment dat je kind zijn behoefte of verlangen uit spreekt, hoe belachelijk of ondenkbaar dit voor jou als ouder ook lijkt, neem even de tijd om je kind echt te horen.
- Maak oogcontact, stem af op je kind, zak door je knieën zodat je op ooghoogte bent.
- Erken of herhaal de behoefte. Bijvoorbeeld: “wil je zo graag een snoepje?” of “vind je snoepjes lekker?”. Waarschijnlijk antwoordt je kind met een ja😊.
- Dan kan je daar bij stil staan: “ik snap dat je daar zin in hebt. Snoepjes zijn lekker hè.”
- Geef dan je grens aan en leg op een rustige manier uit waarom het (op dit moment) niet kan. Bijvoorbeeld: “we gaan nu eten, dus daarom kan het niet.”
- Als je kind hierop met een emotie reageert, zoals boosheid of verdriet, is het belangrijk om deze emotie te erkennen. Bijvoorbeeld: “wordt je daar boos of verdrietig van?” of “dat is jammer hè, ik snap dat je daar boos van wordt”.
- Als het mogelijk is kan je nu een afspraak maken wanneer het eventueel wel kan. Bijvoorbeeld: “zullen we afspreken dat je morgen een snoepje mag?”
Op deze manier zal je kind zich gezien voelen in zijn behoefte en gevoel én sneller accepteren dat het nu niet kan. In het begin kan het accepteren wat langer duren, zeker als je kind gewend is om zijn zin te krijgen als hij / zij door vraagt (“zeurt”), maar als je dit structureel herhaalt, zal het echt gemakkelijk gaan én scheelt het een hoop strijd.
Daarbij komt nog een andere belangrijke vraag: Zie jij jezelf wel echt? Erken je jouw eigen behoeften en verlangens? Vertrouw je op je intuïtie? Erken je jouw eigen gevoelens? Of loop je jezelf voorbij en denk je vooral aan anderen?
Een voorbeeld: je hebt een rotdag en hebt eigenlijk behoefte aan even niks moeten of erkenning in je gevoel, maar omdat er nog van alles thuis moet gebeuren, zet je je eigen behoefte (vaak onbewust) opzij en ga je gelijk maar aan de slag. Op dat moment gebeurt het juist dat je kinderen van alles van je gaan vragen en “vervelend” gedrag gaan vertonen. Dat is de druppel die je emmer doet overlopen en voor je het weet raak je verzand in oude patronen/reacties. Wat daar heel mooi gespiegeld wordt, is het feit dat je jezelf en jouw behoefte/gevoel mag zien. Sta even stil bij het feit dat je een rotdag hebt, boos of verdrietig bent. Geef jezelf de erkenning daarin. Probeer te kijken waar je je behoefte aan even niks doen kan vervullen. Je zou op de bank kunnen gaan zitten en 10 minuten niks doen. Of je kunt je kinderen om een knuffel vragen. Het hoeft echt niet lang te duren en na deze 10 minuten heb je juist weer energie om wat te doen.
Je kunt je kind pas écht zien, als je jezelf ziet! Goed voor jezelf zorgen is daarom de basis. Ten eerste, omdat je dan pas echt je kind kunt zien en ten tweede, omdat ze leren van wat jij doet. Als jij goed voor jezelf zorgt, lief bent voor jezelf. Je eigen behoeften en grenzen voelt én daar naar luistert, zal je kind dit spiegelen en leren. En dat is toch wat we allemaal onze kinderen toewensen?
Dit is in de praktijk soms makkelijker gezegd dan gedaan. Want hoe zijn de meeste van ons opgevoed? “Denk eerst maar aan een ander, dan pas aan jezelf. Je moet voor iedereen klaar staan, want dan ben je een “braaf kind”. Als je aan jezelf denkt ben je egoïstisch.” Het gevolg is dat je jezelf voorbij loopt en daarmee ook je kind niet meer kan zien zoals je zou willen. Én als je dan wel iets voor jezelf doet, of een dagje weg gaat zonder je kind, voel je je soms nog schuldig ook. Want er moet nog zoveel in huis gedaan worden of je had ook wat leuks met je kind kunnen doen. Al die stemmetjes in je hoofd, zijn je (onbewuste) overtuigingen die er voor zorgen dat je je blijft gedragen zoals je altijd deed. Op het moment dat je hier bewust van wordt en bij jezelf kan nagaan wat je eigen behoeften zijn, kan je het ook gaan veranderen! En de stemmetjes zullen nog wel even blijven, ze zijn er tenslotte al heel wat jaren, de kunst is om ze wel te horen, maar er niet naar te luisteren😊.